Iran

"Hoi mam, ik heb m'n ticket geboekt hoor." 
"Oh leuk, Kopenhagen toch?"
"Nee, Iran."
Stilte...
"Iran?" ("Iran!" Echoot pa op de achtergrond).
Diepe zucht. 
"Serieus, kun je niet eens gewoon een weekje naar de Veluwe?"


Maar nee hoor, Iran werd het, al moest ik nog regelmatig uitleggen waarom ik in hemelsnaam af wilde reizen naar een land waar het oorlog is (Nee, dat is Irak), waar je als vrouw niet eens mag autorijden (je bedoelt Saoedi-Arabië?), waar je zomaar achter de tralies kunt verdwijnen en nooit meer vrijkomt (nee oma, ik ga daar geen gekke dingen doen dus het zal zo'n vaart niet lopen) en waar je als vrouw alleen met bedekkende kleding en een hoofddoek over straat mag (Jup, bikini laat ik dus thuis, gelukkig is het winter daar).

Wat maakte nu dat ik dat ticket naar Iran boekte? Misschien juist wel door de vooroordelen die het land omringen, de mystiek, de onbekendheid. Maar vooral ook het feit dat Iran een land is dat nog maar vrij recent wat toegankelijker is geworden voor de buitenwereld en zodoende nog niet enorm overspoeld is door het toerisme. In Myanmar was dat wat me raakte: de puurheid, de eindeloze interesse van de locals, de kans om een land nog redelijk ongerept te zien. Daarnaast raakte ik in Indonesië geïnteresseerd in de Islam waar ik nog maar zo weinig vanaf wist en prikkelde ook dat me om me in Iran eens te verdiepen in de Perzische cultuur en de rijke geschiedenis van de Islam.

En zo stap ik eind februari in het vliegtuig naar Tehran, de hoofdstad van Iran. Ik lijk er een traditie van te maken om mijn backpack in de meest ongeorganiseerde en bureaucratische landen kwijt te raken, want net als in Nepal sta ik midden in de nacht op Imam Khomeini International Airport eindeloos te wachten op mijn bagage die uiteindelijk dus niet komt. Gelukkig is daar Faride, mijn taxichauffeuse én tolk die in het Farsi precies kan vertellen waar mijn tas naartoe moet. Want Tehran laat ik voor nu even voor wat het was, mijn eerste bestemming is Kashan, 250 kilometer zuidelijker.

Faride en haar man Ebrahim nodigen mij uit om bij hen thuis te slapen, en dat aanbod neem ik met beide handen aan. Tussen het traceren van mijn nog altijd vermiste backpack en het in de immens grote bazaar zoeken naar tijdelijke kleding en toiletspullen door, krijg ik de kans om mijn eerste indrukken van Iran op te doen in Kashan. Ik bezoek, gewapend met allerlei handig tips van Ebrahim, prachtige oude gebouwen, badhuizen en moskeeën. Zodra Farides ouders er lucht van krijgen dat ik te gast was, wordt het hele gezin bij elkaar getrommeld en word ik als een koningin onthaald met een geweldige maaltijd. Ik moet het trouwalbum van Farides zus bekijken, de dames willen allemaal aan mijn haar zitten en hoewel we elkaars taal niet spreken, zijn er geen woorden nodig om elkaar te begrijpen. Wat een kennismaking met de Iraanse gastvrijheid...

De bazaar



Eén van de oudste badhuizen van Iran, Hamam-e-Khan

De Agha Bozorg Moskee

Abbasian House, een voorbeeld van oude Perzische architectuur

Fin Garden

Uitzicht op de Zagros Mountains
Farides familie, met links Faride en Mehdad en tegenover haar Ebrahim



De volgende dag krijg ik de kans om dat te doen waar mijn reizigershart altijd weer sneller van gaat kloppen: naar de bergen! Ebrahim is naast taxichauffeur en beveiliger ook gids en ik boek bij hem een tour. Ik kan mijn allereerste beeld over Iran als stoffig woestijnland meteen opzij zetten als ik de weg voor me zie liggen die ons naar Abyaneh, een traditioneel bergdorp, zal brengen. Om ons heen doet de plots warme winterzon de sneeuw al voorzichtig smelten, terwijl de hogere toppen nog in wit gekleed zijn. Na een prachtige wandeling door oude steegjes en over de omliggende heuvels, vervolgen we onze weg naar Natanz, bekend van de nabij gelegen (hyperbeveiligde-je-mag-hier-absoluut-geen-foto's-maken-als-we-langsrijden-en-er-staan-heel-veel-bewapende-militairen) nucleaire centrale. Natanz is een lieflijk dorpje met een prachtige moskee. Veel tijd hebben we hier niet, want ik wil diezelfde avond in Isfahan aankomen en ik neem afscheid van Ebrahim, Faride en Mehdad en stap op de bus.




Abyaneh



In Abyaneh drinken we speciale rookthee bij een soort Iraanse hippie.
En we mochten niet betalen, want als zijn eerste gast dit jaar bracht ik geluk.



De Sheikh Abdolsamad Moskee in Natanz


In Isfahan zit ik de volgende dag niet alleen zonder bagage die nog altijd ergens zwerft, maar ook zonder nieuwe camera. Die valt namelijk in heel veel stukjes als ik op de stoep bijna geschept wordt door een motor. Op mijn smoezelige kamer in het hotel huil ik een potje, slaap ik even, huil ik nog een potje en raap mezelf weer bij elkaar. Je kunt beter in een heel leuk land zijn zonder bagage en camera, dan in een heel stom land mét, besluit ik. Hoewel fotografie echt een wezenlijk deel van mijn reizen is, zal ik het vanaf dan met mijn telefoon moeten doen en de indrukken vooral in mijn hoofd op moeten slaan. Dat blijkt overigens prima te lukken, want Isfahan is één groot feestje qua indrukken. Ik struin over het immense Nasq-e-Jahan Squeare, het tweede grootste plein ter wereld dat omgeven is door bazargangen en de grote Shah Mosque. Ook hier is de bazar een groot doolhof dat om iedere hoek weer iets nieuws te bieden heeft. Vriendelijke verkopers lachen, wijzen, knopen een praatje aan. Geen moment voel ik me onveilig, integendeel, wanneer ik op een avond rond 23:00 alleen terug loop naar mijn hotel, besef ik me dat ik dat lang niet overal in Nederland zou doen...







De taxichauffeur die 's morgens met me mee reed om te kijken of mijn tas al geleverd was op het busstation (niet dus) en daarna de luchthaven heeft gebeld, schuift de volgende ochtend met een big smile aan bij mijn tafeltje tijdens het ontbijt. "My friend, I'm gonna make you very happy..." Hij blijkt om 03:00 zijn bed uit te zijn gebeld door de officier van de luchthaven, of hij mijn tas nú meteen op komt halen op het busstation, ze willen namelijk geen gezeur met toeristenbagage die kwijt is, iets met slechte publiciteit. Iran mag dan niet zo goed zijn in de afhandeling van bagage, deze allerliefste man bewijst maar weer eens dat de inwoners geweldig zijn! Weer een beetje meer compleet als Backpack Kelly vervolg ik mijn weg naar Yazd.

En hoewel het in Iran ook gewoon winter is, is de temperatuur in Yazd inmiddels al opgelopen richting de 25 graden. De hadj, de wettelijke kledingvoorschriften voor vrouwen, schrijft voor dat je je armen en benen en haren moet bedekken en met deze temperaturen is dat al best pittig, laat staan als het hier 's zomers opwarmt tot 45 graden! Ik slenter door de nauwe steegjes, drink koffie op het dakterras van de lokale bibliotheek en zie in de verte de woestijn liggen. Ik droom weg en besluit dat je Iran niet kunt verlaten zonder met je tenen in het woestijnzand gewiebeld te hebben. Ik spreek een local aan en binnen een half uurtje wordt ik opgepikt door een jonge chauffeur met een enorme terreinwagen: ik ga de zonsondergang in de woestijn bekijken!





Yunus laat graag zien welke stunts hij allemaal kan en met samengeknepen billen prevel ik schietgebedjes als hij vol gas een enorme berg afrijdt en we met een klap weer landen. Als m'n omaatje dit toch eens zou weten...We komen bij een prachtig woestijnmeer aan en ik neem de schitterende omgeving in het licht van de zakkende zon in me op. Lang krijg ik hier de tijd niet voor, want ik ben gespot door een Iraanse familie die daar aan het picknicken is. "Please, be welcome!", en ik krijg een kop thee in mijn hand geduwd, moet plaats nemen op het kleed en mijn overgebleven lege hand is al gauw gevuld met dadels, noten, koekjes en allerlei lekkers dat een oud baasje me toestopt. Ik kan niet stoppen met breeduit lachen en heel vaak bedanken in het Farsi. Maar dan is het tijd voor dat waar de Iraniërs dól op zijn: foto's! Met minsten 8 telefoons worden er selfies gemaakt in alle mogelijke varianten: alle vrouwen, alle mannen, met z'n allen, met de kinderen. Het oude baasje spreekt geen woord Engels, maar zijn gebaren zijn duidelijk: we moeten samen op de foto. En terwijl de zon langzaam wegzakt achter de bergen in de verte, wordt routineus alles opgeruimd en keert de familie terug naar de auto. We zwaaien elkaar nog lang na en hoewel het onder de donkere sterrenhemel in de woestijn snel afkoelt, blijf ik van binnen nog een hele tijd warm.




Voordat ik Yazd verlaat, bezoek ik de Zoroastristische ruïnes aan de rand van de stad. Voordat in Iran de Islam de grootste religie werd, was het Zoroastrisme de belangrijkste godsdienst in het Perzische rijk. Op de top van deze Towers of Silence werden de lichamen van overledenen neergelegd ter overlevering aan de gieren zodat de aarde en het vuur, beide heilige elementen voor de Zoroasters, niet vervuild zouden raken. Dit is iedere keer wat reizen zo geweldig maakt: het leren over dingen waar ik nog nooit eerder van gehoord had.

De Towers of Silence

Restanten van Zoroastische gebouwen

Na een lange busreis kom ik na middernacht in Shiraz aan, bekend om zijn poëten, prachtige moskeeën en de nabijgelegen overblijfselen van de Stad van de Perzen, Persepolis. Ik ontmoet de Duitse Malin, Marvin en Manu en met zijn vieren gaan we in en om Shiraz op ontdekking uit. We bekijken de tombe van Hafez, één van de bekendste Perzische dichters, smullen van de heerlijkste gerechten in knusse restaurantjes, laten ons rondleiden in de enorme Imam Reza moskee en brengen een hele dag door tussen de opgravingen van Persepolis.


We begeven ons tussen de vele Iraniërs die inkopen doen voor het naderende nieuwjaar, Nowruz. 

Persepolis, de indrukwekkende overblijfselen van een Perzische nederzettin.g


Naqsh-e Rustam, een necropolis waar de doden begraven werden in uitgehakte grafkamers. 

De Imam Reza Moskee



De schitterende mozaïeken gaan hier nooit vervelen. 

Hafez' tombe, een plek waar veel Iraniërs zijn gedichten citeren en met elkaar in gesprek gaan over de inhoud van Hafez' werk.


Op mijn laatste dag in Shiraz ben ik weer alleen, de 3 M's zijn doorgereisd en ik breng mijn dag door met thee drinken in één van de prachtige tuinen, lezen, wandelen en simpelweg nog even genieten van al het moois. Wanneer ik de volgende dag naar Tehran vlieg en daar één middag in de bizarre drukte doorbreng, ben ik blij dat ik me vooral op de rust en mystiek van de rest van Iran heb gericht.

Zinat Ol Molk, een oude woning met schitterend decor.




Ik had slechts 10 dagen om een tipje van de sluier op te lichten in Iran en ik ben ervan overtuigd dat 100 dagen nog niet voldoende is om dit land écht te doorgronden. De onvoorstelbare rijkdom aan cultuur en geschiedenis, de enorme schat aan architectuur, de schoonheid en verscheidenheid van de natuur...in korte tijd maakte het grote indruk op me. Maar ook de verhalen over onderdrukking, de hoop op een betere toekomst en wens op een stabielere relatie met de Westerse wereld die de Iraniërs achter gesloten deuren best durven uitspreken, vond ik heftig. Ik sprak met ambitieuze, vrijgevochten vrouwen en in stilte strijdende jonge mannen die geloven dat religie en het opleggen van wetten over hoe deze na te leven niet samengaan. Het beeld van extremistische Amerikahaters die dood en verderf wensen aan alles wat niet-Iraans is, kwam ik nergens tegen. Ze zijn er, onbetwist, maar daartegenover staat een enorme meerderheid van Iraniërs die vooral vooruit willen kijken en een gastvrijheid en warmte lieten zien die ik nog maar zelden eerder zag.

Een prachtige boodschap bij de ingang van een moskee in Shiraz.

Eenmaal geland op Schiphol haal ik mijn hand door mijn haren en laat ik de Hollandse wind erdoorheen waaien. De sjaal zit inmiddels om mijn nek geknoopt, ik heb hem hier weer nodig voor een ander doel. Ik ben ervan overtuigd dat Iran de komende jaren onder invloed van de sociale media steeds toegankelijker zal worden en dat positieve berichtgeving over het land alleen maar meer toeristen zal aantrekken. Het is de Iraniërs meer dan gegund, want ze hebben een prachtig land te delen.
En ik weer een prachtig verhaal...




IRAN THE MOVIE
In Iran legde ik mijn indrukken vast, reis je mee?


Reacties

Instagram