Made in Taiwan

Taiwan. Anders dan met de andere landen die ik tijdens deze en eerdere reizen bezocht, stond dit land niet op het lijstje met droombestemmingen. Buiten de kledinglabeltjes ´Made in Taiwan´, had ik totaal geen beeld van het land en ik geef enigszins beschaamd toe dat ik de precieze locatie even moest checken op de kaart toen ik bij het boeken van mijn ticket zag dat ik tussen Bangkok en Auckland een tussenlanding op Taipei zou maken. En zo besloot ik na mijn bezoek aan Nieuw-Zeeland geen twee uur, maar twee weken in Taiwan te vertoeven. In deze blogpost vertel ik jullie over twee indrukwekkende en soms uitdagende weken.






Al mijn eerdere bestemmingen koos ik met een bepaald doel of vanuit een bepaalde interesse: Thailand als eerste kennismaking met het verre Azië, Canada en Nieuw-Zeeland om de prachtige landschappen en wandelmogelijkheden, Myanmar om de ongereptheid en ‘puurheid’ van de cultuur. De reden om Taiwan een langer bezoek te gunnen, was de totale onbekendheid met het land. Een snelle blik op de plaatjes die verschenen na mijn zoekopdracht ‘Taiwan nature’ en het vluchtig doorlezen van een beschrijving van Taiwan als toeristenbestemming, maakten dat ik spontaan besloot dit land in mijn trip op te nemen. Leuk, een verrassing en een ontmoeting met het onbekende!

Vroeg in de morgen land ik op Taipei Taoyuan Airport. Vlot brengt een gereedstaande bus me naar Taipei Main Station vanwaar ik mijn hostel, op 5 minuten lopen van het station, zo zou moeten vinden. Ware het echter niet dat ik op Taipei Main Station een totale overkill aan informatie ervaar. Ik zie tientallen uitgangen, het gebouw telt meerdere lagen, de mensenmassa is enorm en hoewel de bordjes grotendeels ook in het Engels vertaald zijn, dansen de Chinese karakters voor mijn ogen. Gelukkig heb ik de route op mijn telefoon en vraag ik de informatiebalie om hulp. Daar kijken ze me nietszeggend aan als ik vraag welke uitgang ik moet hebben voor mijn hostel en wijzen ze maar ergens naartoe. Ik spreek meerdere mensen aan, maar telkens blijkt dat hun Engels onvoldoende is om me een zinnig antwoord te geven. Eindelijk heb ik een idee hoe ik dit doolhof moet verlaten; ik moet één van de ondergrondse wandelgangen nemen en zou vanaf daar zo mijn hostel moeten kunnen bereiken. Wanneer ik eindelijk weer boven de grond kom, is het begonnen met regenen. Binnen-een-minuut-doorweekt-regen. Ik duik weer ondergronds en doe mijn eerste aankoop, een paraplu. Welkom in Taiwan.



Tijd om even bij te komen van de vlucht en zoektocht is er niet; ik heb die middag een afspraak met Professor Shiow. Via Robin uit Nieuw-Zeeland heb ik contact met haar gezocht om een school te bezoeken. Vooraf neemt ze me mee uit lunchen en vertelt ze me van alles over de cultuur en het onderwijs in Taiwan. Op de ruim honderd jaar oude school in Tamsui, een historisch district buiten Taipei, word ik als een royal ontvangen met schalen vers fruit en oneindig veel thee. Het schoolhoofd vertelt honderduit over de ontwikkelingen die hij in werking heeft gezet op de school en Shiow probeert het zo nauwkeurig mogelijk voor me te vertalen. Ik krijg een rondleiding door de school, die van alle gemakken zoals digitale schoolborden, een bibliotheek en fitnessruimte voorzien is. En uiteraard moeten er even foto’s gemaakt worden want daar zijn ze hier, zo vertelt Shiow, dol op.



De vooruitzichten blijven regenachtig en ik besluit de eerste dagen Taipei te verkennen in de hoop dat ik daarna met beter weer de rest van het eiland kan gaan ontdekken. Nu ik eenmaal het systeem van in- en uitgangen begrepen heb op het grote station, is het heel makkelijk om overal de metro naartoe te pakken. Ik slenter rond in winkelstraten en kleine steegjes, duik regelmatig ergens naar binnen om even te schuilen voor de regen en iets te eten en drinken. ’s Avonds ga ik uit eten met een Koreaanse student die ik in mijn hostel leer kennen en het is gezellig om even wat aanspraak te hebben. Ik heb in ruim 48 nog geen andere Westerse toerist gezien en vraag me af hoeveel contact ik zal hebben met andere reizigers die vooral uit China of omliggende landen komen en nauwelijks Engels spreken. Dat is prima, ik kan goed op mezelf zijn en vind het helemaal niet erg om zelf lekker op onderzoek uit te gaan. Maar zo nu en dan met iemand je ervaringen delen of ergens een hapje eten, is ook fijn.

Typisch Taiwanees eten proberen, zoals hier de stinky tofy. En ja, het stinkt!


Dan word ik de volgende dag in de bus op weg naar het National Palace Museum aangesproken door een Amerikaan die zich voorstelt als John. We kletsen wat en besluiten samen het museum te verkennen. Uiteindelijk brengen we de komende dagen met elkaar door en verlaten samen Taipei om ons twee nachten in Juifen in het noorden te vestigen. We bezoeken een oude treinlijn en de plaatsjes die hieraan liggen, ik laat een wensballon op en ben dolblij als het de volgende ochtend eindelijk droog is na vijf dagen onafgebroken regen. We denken een lokale bus te pakken naar de nabijgelegen watervallen, maar belanden in een Chinees toeristenbusje met een hyperactieve gids die blijkbaar constant grapjes over ons, de enige twee Westerlingen, maakt. We lachen net zo hard mee en gieren het uit als we zo’n beetje om de twee minuten ergens stoppen en onze gids roept: Photooooo!, waarbij vervolgens iedereen zijn hoofd uit het raam hangt en als een bezetene foto’s begint te maken. Een auto, een speciale steen, een verkeersbord. Ik heb soms geen idee waar we naar kijken, maar het is hilarisch en we vermaken ons uitstekend. Omdat het samen reizen prima bevalt zo, boeken we alvast een hotel voor twee nachten op de volgende bestemming.


De Pinxi Railway Line
De eerste zonnestralen in Taiwan!

Wenskokers van bamboe; je vindt ze overal langs de Pinxi Railway Line.


Al gauw ben ik echter minder blij met dat besluit. Die avond arriveert zoals gepland een vriend van John die zich bij ons aan sluit. We gaan naar een traditioneel theehuis en met een prachtig uitzicht op de baai en ondergaande zon (Yes! Hij blijkt ook in Taiwan te bestaan) geniet ik van de verse thee. De sfeer is echter anders, de vriend van John is zogezegd een bijzondere persoonlijkheid en ik merk hoe ook hij daardoor anders is. Soms merk je gewoon dat je geen klik hebt met iemand en dat jouw waarden en normen enorm verschillen van de ander. Dat kan en mag, maar ik voel me ongemakkelijk bij het idee dat ik nog 3 dagen in dit gezelschap door moet brengen. 

De volgende dag brengt de trein ons naar Hualien aan de westkust. Het gevoel van ongemak groeit en drukt steeds zwaarder op me, dus ik besluit na deze nacht zelf verder te reizen. Ik pak een shuttlebus naar het beroemde Taroko National Park en kan niet wachten om de prachtige wandeling die ik uitgestippeld heb te gaan maken. De bus rijdt echter, anders dan omschreven in de Engelstalige folder die ik gevonden had, niet verder dan een bepaalde stop. Ik baal een beetje, maar besluit me er bij neer te leggen en een alternatief te zoeken. Vol frisse moed begin ik aan een tempelroute, om na enige tijd te stuiten op een groot hek en ter aanvulling ‘No go here, rockfall and landslide’. Een heel legitieme reden om een pad te sluiten, al had een Engelstalig bordje aan het begin van de route prettig geweest. Ik sjok weer terug en zie dat ik net op tijd ben voor de shuttlebus die over 10 minuten op deze plek stopt. Na 30 minuten sta ik er nog. Na nog eens 50 minuten ben ik er inmiddels helemaal klaar mee en vraag ik me af waarom de bus tot twee keer toe niet op komt dagen, waarom ik nog steeds langs de kant van de weg sta en nog altijd geen fatsoenlijke wandeling heb gemaakt. 


Vol goede moed op weg naar de tempelroute...


Taroko National Park

Gek genoeg heb ik er in andere landen in Azië vaak vrede mee als ik moet wachten op een bus. Als hij komt, komt hij en als je moet wachten, dan wacht je. Hier echter, in een land wat ogenschijnlijk toch echt heel gestructureerd en stipt is, stoort het me dat ik niet kan rekenen op de informatie waar ik over beschik. Ik mis door mijn Chinese talendeuk vrij regelmatig essentiële info en loop voor mijn gevoel achter de feiten aan. Ik zucht en troost me met het vooruitzicht dat ik over een paar uur in de trein zit naar het zuiden, waar de volgende dag een heerlijk strand en warm weer op me wacht.


De trein is een makkelijke en comfortabele manier van reizen in Taiwan en brengt je vooral langs dit soort landschappen.

Waar ze in Taipei nog redelijk Engels spreken in hotels en op stations, blijkt dat hier in Kaoshiung waar ik de nacht doorbreng voordat ik verder reis niet het geval. Het hotelpersoneel haalt verontschuldigend hun schouders op als ik vraag welke bus ik moet hebben. Ik laat ze met een hoopvolle blik de plaats Kenting in het uiterste zuiden zien en beeld een bus uit. Op een papiertje krabbelt de receptioniste iets voor me neer en ik heb goede hoop dat ik hiermee mijn bus zo gevonden heb. Maar zoals inmiddels gebleken is, gaat niets hier vanzelfsprekend. Op het busstation word ik eerst glazig aangekeken, dan word er verwoed een bepaalde kant op gewezen. Er is niemand die me precies kan vertellen waar ik moet zijn, welk nummer de bus of bushalte heeft en terwijl het zweet inmiddels op mijn voorhoofd staat, ben ik in staat mijn rugzakken demonstratief op de grond te smijten en als een klein kind te stampvoeten totdat ik mijn zin krijg. Ik voel me weer even dat kleine meisje op de Franse camping, dat ’s ochtends met een paar Franc op zak ‘un pain et quatre croissants’ gaat halen, vervolgens niets begrijpt van de ratelende Franse mademoiselle en terug rent naar haar ouders bij de tent. Ik ben echter geen klein meisje meer, maar een volwassen vrouw van 28 die het toch echt zelf op zal moeten lossen hier, al was het alleen al voor het feit dat mijn ouders op ruim 16 uur vliegen afstand zitten en hun Chinees al net zo optimaal is als het mijne.


Help!

Ik zucht, spreek de zoveelste persoon aan en net als ik denk dat het een verloren zaak is, legt een jongeman me in het Engels uit waar ik heen moet. Hij studeert Engels en ik ben dolblij dat hij mijn pad kruist. Binnen no time zit ik in de bus en kan ik na een paar uur mijn handoekje uitrollen op het strand. Na 20 heerlijke minuten in de zon steekt er een felle wind op, word ik gezandstraald en verdwijnt de zon achter dikke wolken. Ik kan op dat moment even niet anders dan erom lachen: ik ben nu precies één week in Taiwan en het doet een groter beroep op mijn geduld en vermogen om positief te blijven dan de hele drie maanden die ik nu op reis ben.

Hoera, het is weer even zonnig en ik scooter lekker rond in Kenting.

Ik spot er wat aapjes.

En duik af en toe een tempel in.
Kenting National Park: uitzicht op de baai 









De volgende dag huur ik een scooter en verken Kenting National Park en de omgeving. Ik vind het heerlijk om weer even op mezelf aangewezen te zijn en lekker op mijn eigen tempo rond te toeren. Ik zie tempels en wilde apen en snoep onderweg van allerlei lokale eettentjes. Het is de eerste dag dat ik echt een beetje kan ontspannen en genieten en hoop dat ik dit gevoel vast kan houden. Dat blijkt goed te lukken als ik de twee daaropvolgende dagen in Tainan ben. Deze stad blijkt een aantal jaar bezet te zijn door de Nederlanders in de VOC-tijd en ik vind het heerlijk om me hierin te verdiepen in de oude forten en het museum. Ook hier gaat overigens niet alles vanzelf; als ik in wil checken bij mijn hotel, sta ik voor een gesloten deur. Het ‘hotel’ blijkt een homestay en de eigenaresse is nergens te bekennen. Ik word door een luxe hotel aan de overkant heel lief geholpen, ik mag gebruik maken van hun lobby en internet en zij proberen haar te bellen. Na twee uur wachten besluit ik dan maar een dure kamer in het hotel te boeken, als er ineens een klein vrouwtje naast me staat en wel honderd keer sorry zegt. Ik ben allang blij dat ik mijn kamer eindelijk in kan en begin inmiddels aan de soms bijzondere gang van zaken hier te wennen. Even later wordt er aan mijn deur geklopt en staat het vrouwtje voor mijn neus met een lokaal toetje en koekjes die ze voor me is wezen kopen. ‘I’m really sorry again!’. Dat maakt mijn dag dan weer helemaal goed!

Tianan by night

 Fort Zeelandia

Na Tainan brengt de bus me naar Puli, een plaats vlakbij het zeer populaire Sun Moon Lake. Ik raak hopeloos verdwaald omdat de locatie van mijn hotel niet klopt op Google Maps. Ik sta ergens in een buitenwijk en nadat ik al drie keer het blok verkend heb, komen steeds meer nieuwsgierige bewoners naar buiten. Druk ratelend in het Chinees proberen ze erachter te komen waar ik heen moet, maar meer dan de kaart en het adres laten zien, kan ik niet. Hoewel er steeds meer buren opgetrommeld worden, kan niemand me vertellen waar ik heen moet. Dan neemt een vrouwtje me bij de arm en gebied me mee te komen. Ik ben even hoopvol dat ze weet waar ik moet zijn, maar blijkbaar probeert ze me ergens onderdak te verschaffen. Als ik duidelijk probeer te maken dat ik al een boeking heb ergens, blijft ze hoopvol naar het huis van de inmiddels gemobiliseerde bewoonster wijzen en een slaapgebaar maken. Mijn redding komt in de vorm van een andere buurvrouw die een beetje Engels spreekt. Ik vraag haar of zij weet waar het hotel is. Ze heeft geen idee, maar ik mag haar mobiel wel even gebruiken om te bellen. Binnen twee minuten staat er een scooter voor mijn neus en in uitstekend Engels vertelt Romana, zoals ze zich voorstelt, dat het adres onvindbaar is op Google Maps. Ik lach, dát was me inmiddels duidelijk. Het hotel blijkt echt op een steenworp afstand van waar ik aan het zoeken was te liggen en terwijl de hele buurt me uitzwaait, ben ik weer blij dat ik mijn slaapplek voor die nacht gevonden heb en dat dit de laatste nieuwe bestemming is. 

Ramona is heel behulpzaam en nodigt me die avond uit in het Thaise restaurant dat ze met haar man runt. Het eten is heerlijk en ik geniet van het voeren van een fatsoenlijk gesprek. Ramona komt uit Myanmar en is hier twintig jaar geleden komen studeren. Ze kan me ontzettend veel over de cultuur vertellen en het is leuk om de vergelijking te trekken met Myanmar dat zij zo goed kent en wat ik daar gezien heb. De volgende dag bezoek ik Sun Moon Lake en weet daar ondanks de enorme busladingen (overwegend Chinese) toeristen te genieten van de natuur. Die avond ben ik wederom door Ramona uitgenodigd en ik besef me dat de afgelopen dagen gelukkig toch vooral uit leuke en mooie ervaringen bestaan. 







Met de supersnelle trein ben ik de volgende dag in een uurtje in Taipei en struin daar nog één keer langs wat tempels en straten, eet de verrukkelijkste soup dumplings in 1* Michelinrestaurant Din  Tai Fung en laat me met de snelste lift ter wereld naar de 89e verdieping van de Taipei 101 Tower brengen. Het is weer bewolkt, dus het uitzicht is beperkt, maar ik vergaap me op deze hoogte alsnog over het uitzicht op de stad en kom tot de conclusie dat het mooi geweest is zo en keer terug naar mijn hotel.







Taiwan. Zonder verwachtingen vertrok ik naar dit onbekende land en vol ervaringen keer ik terug. Anders dan met andere landen, ben ik niet onverdeeld enthousiast over het land, terwijl het heus een hoop te bieden heeft. Voor mij maakten het wisselende weer en afhankelijkheid van het openbaar vervoer het soms lastig om de echte natuurpracht van het land te zien. Een andere grote factor is de communicatie; doordat ik welgeteld drie woorden Chinees spreek (hallo, bedankt, tot ziens) en veel Taiwanezen nauwelijks Engels spreken, was het gewoon heel moeilijk om écht in contact met hen te komen. Ik merk dat dat voor mij, zeker omdat ik alleen reis, toch een belangrijk onderdeel van het reizen is; het meer te weten komen over de lokale gebruiken en cultuur. De mensen zijn echt niet onvriendelijk en in veel gevallen heel behulpzaam, maar op een bepaalde manier soms wat stug en erg op zichzelf gericht. Toch ben ik blij dat ik deze bestemming bezocht heb; ik heb een aantal mooie dingen gezien en gedaan, veel tijd gehad om tot mezelf te komen en ontdekt dat sommige uitdagingen en tegenslagen me weer gesterkt hebben in het alleen reizen. En tot slot heb ik zelfs nog een prachtige sjaal gekocht waar ik spontaan verliefd op werd. Uiteraard Made in Taiwan…

Reacties

  1. JUST READ YOUR ARTICLE. GOOD ONE. I LIKED IT. KEEP GOING. YOU ARE A BEST WRITER YOUR SITE IS VERY USEFUL AND INFORMATIVE THANKS FOR SHARING GO FOR THE BEST QUALITY PRODUCT POSSIBLE AND RESEARCH BEFORE PURCHASING ONE. WASTING MONEY IS NOT SOMETHING ANYONE LIKES, BETTER SPEND SOMETIMES ON RESEARCH AND GET THE BEST small TACTICAL BACKPACK.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Laat hier een berichtje voor mij achter

Instagram