Magisch Myanmar - het vervolg
´Hold on,
we go fast now!` Hij geeft gas, de motor brult en we passeren het
verkeer dat moeite heeft de heuvel te beklimmen. Mijn haren wapperen onder de
helm vandaan, mijn vingers grijpen zich wat steviger vast in zijn
schouders. De onverlichte asfaltweg voor ons is omgeven door hoge bomen en ik
knijp mijn ogen dicht tegen de felle lichten van het tegemoetkomende verkeer.
Ik zucht. Dit was het dan: Myanmar en de eerste drie weken van mijn reis zitten
erop. Vanochtend pikte Yusuf, een jonge taxichauffeur, me op in mijn hotel. Met
zijn motor liet hij me alle mooie plekken van Mandalay en omgeving zien, met
als slotstuk de U-bein Bridge. Daar, langs het water wachtend op de ondergaande
zon, ging ik in gedachten nog één keer langs alle plekken die ik in dit
fascinerende land zag afgelopen tweeënhalve week.
Na Yangon bracht de nachtbus me naar Nyaung Shwe, een
plaatsje vlakbij het beroemde Inle Lake. Ik huurde een fiets, reed naar het
meer, liet me met de boot naar de overkant varen en vervolgde daar mijn weg.
Al
vrolijk rondtrappend kwam ik Joop en Mieke tegen, een Nederlands stel. We
reden even met elkaar op, kletsten wat en ik vervolgde mijn weg weer. Een paar
minuten later werd ik door een snel fietsende Joop ingehaald; of ik morgen al
plannen had. En zo stapte ik de volgende dag met dit echtpaar op een bootje dat
ons over het hele meer voer. Het werd me al snel duidelijk dat toerisme hier al
veel meer aanwezig was dan in Yangon: de lokale markt werd voor een deel
gedomineerd door kraampjes met allerlei souvenirs, maar nergens op een
vervelende manier. We bezochten een tempelcomplex, een weverij en een sigarenmakerij. Toch was
het ook hier nergens overdreven toeristisch en waren de mensen vooral heel blij
dat ze hun ambacht mochten laten zien.
Onze gids legde de boot midden op het
meer stil toen ze zon zich achter de heuvels liet zaken. De silhouetten van de
traditionele vissers op het water gaven het een magisch aanzicht en tot mijn
verbazing begonnen twee vissers in hun boten te poseren met hun grote fuiken.
Na een aantal trucjes kwamen ze langzaam dichterbij varen. Breed glimlachend
staken ze hun hand uit: ‘Five thousand please…’ Met 1000 Kyat voor de moeite
dropen ze af en de gids schudde zijn hoofd. Dit bleken geen echte vissers te
zijn, maar jonge mannen die zich vlak voor zonsondergang met hun boot op het
water begeven en voor de toeristen poseren.
Het vermaken van een aantal
toeristenboten levert ze al snel meer op dan een hele dag vissen en de
toeristen zijn bereid om een, in onze ogen minimaal, bedrag te betalen voor een
leuk kiekje. De échte vissers, die de hele dag door op de foto gezet worden,
zien uiteraard nooit iets terug van een vergoeding. Het deed me beseffen dat
toerisme altijd z’n keerzijde heeft voor de lokale bevolking en ik vroeg me af
hoe dit zich in de toekomst, wanneer meer mensen hun weg naar Myanmar vinden,
zal gaan ontwikkelen.
Uitzicht op Inle Lake tijdens mijn fietstocht |
Ik begaf
me na Inle Lake begaf naar de volgende bekende bestemming, het magische Bagan.
Dit gebied ter grootte van Utrecht biedt plaats aan ruim 2000
pagoda’s. Met een elektrische scooter reed ik twee dagen van zonsopgang tot
zonsondergang over hobbelige zandpaadjes, beklom ik via nauwe, pikdonkere
trappetjes de mooiste tempels en zag ik de luchtballonnen in de ochtendschemer
de lucht vullen. Het hostel was een geweldige plek om allerlei mensen te leren
kennen; er was altijd wel iemand die in was voor een verkenningsrondje of
biertje na een dag rondrijden. Bagan had me echt te pakken en ik vond het
ontzettend jammer dat mijn volgende bestemming al geboekt was; ik had me hier
gerust nog een week kunnen verwonderen en vermaken.
Maar mijn nieuwe bestemming was op een andere manier
minstens zo bijzonder. Ik kwam na veel bus-uren en een overnachting in Mandalay
aan in Hsipaw, gelegen in de Shan-state. Myanmar kent verschillende stammen en
in deze regio wonen in de bergen nog veel authentieke groepen met ieder een
eigen taal. Via mijn hostel boekte ik een driedaagse trekking en met een klein groepje
van 4 en onze jonge gids trokken we dieper en dieper de bergen in. Met een
minimale conditie en voeten die nu eenmaal heel snel blaren krijgen, ga ik niet
ontkennen dat de trekking lichamelijk een aardige beproeving was. Wie op de top
wil komen zal moeten klimmen, en dat deden we de eerste dag dan ook stevig. Maar
het uitzicht maakte alles goed en meer dan tevreden kwam ik aan bij onze
homestay in een Palaung dorp. Hoewel de woningen eenvoudig zijn, had ook hier
de technologie niet stilgestaan. Sinds twee jaar hadden de meeste inwoners
zonnepanelen, gedoneerd door de overheid, om elektriciteit op te wekken en
midden in de nacht schrokken we wakker van de huistelefoon die een vrolijk ‘We
wish you a merry Christmas’ door de hut schalde.
Het eerste Palaungdorp waar we de nacht doorbrachten. |
De tweede dag begaven we ons nog dieper in de groene heuvels
en na een even lange, maar iets minder heftige wandeling als gisteren kwamen we
aan bij onze tweede overnachtingsplek. Net als bij de eerste plek leken ze hier
inmiddels wel gewend aan toeristen. We werden hartelijk ontvangen, kregen
heerlijk te eten, maar het echte contact met de mensen miste ik wel een beetje.
Ze lieten ons onze gang gaan en gingen verder waar ze mee bezig waren,
eigenlijk zoals het in een normaal hotel ook zou gaan.
De volgende ochtend
bezochten we een schooltje waar zo’n 60 kinderen in één grote ruimte les
kregen. De lerares leek vooral verveeld dat wéér zo’n groepje toeristen om het
hoekje kwam kijken en daar kon ik eigenlijk heel goed inkomen. Het voelt toch
een beetje alsof je in de dierentuin bent, kijkend naar een groep kinderen die
les krijgt. Na een aantal uren flink dalen kwamen we bij het eindpunt van onze
tocht en bracht een tuktuk ons naar het hostel terug. Qua landschappen was dit
beslist de mooiste wandeling die ik in Myanmar gemaakt heb!
Een hobbelige, trage trein bracht me van Hsipaw naar Pyin Oo
Lwin. In de trein kletste ik met een politieagent die nieuwsgierig was naar
mijn reis en wat ik in het dagelijks leven deed. Hij deelde zijn fruit met me
en ik kreeg van hem een klein boeddhistisch gebedssnoer, waarop ik hem een
magneet met klompjes gaf dat ik uit Nederland meegenomen had. Dolblij was hij
met mijn geschenk, iedere collega die langskwam moest het zien en hij wilde erg
zelfs mee op de foto met me. Het blijft zo leuk om dit soort dingen mee te
maken met de locals. In Pyin Oo Lwin fietste ik wat rond, las een boek aan het
water en aan het eind van de dag bracht de taxi me op mijn eindbestemming van
deze reis, Mandalay.
Weer heerlijk leesvoer!!! Fijn dat je zo geniet. Tip: wees lief voor je voetjes
BeantwoordenVerwijderenWeer heerlijk leesvoer!!! Fijn dat je zo geniet. Tip: wees lief voor je voetjes
BeantwoordenVerwijderenHoi Kelly, wat leuk om je verhalen en belevenissen te lezen. Ik was de link kwijt, maar weer teruggevonden. Veel plezier verder! Groet, Caroline van Brakel
BeantwoordenVerwijderen