Even terug in de tijd...

Nu het voorjaar zijn intrede lijkt te hebben gedaan, heb ik in het kader van de voorjaarsschoonmaak ook mijn weblog maar eens een digitale afstofbeurt gegeven. Het is inmiddels alweer 7 maanden geleden dat ik in Thailand was en mijn volgende reis voor komende zomer is zelfs alweer geboekt, waarover later meer.

Reden voor deze blog is een toevallige samenloop van dingen. Ik vertelde collega's Ilona en Esther (ja, zoals beloofd een eervolle naamsvermelding) dat mijn reisplannen deze zomer wat concreter waren geworden en zij riepen enthousiast in koor: 'Oh, ga je dan weer bloggen? Je schrijf zo leuk, je zou een boek moeten schrijven!'


Nu is dat één van de dingen die ik nog op mijn to-do list hebt staan en onder de douche, in de metro of in de file heb ik al tig bestsellers uitgedacht. In werkelijkheid staat er alleen nog geen letter van op papier en is het gebleven bij bloggen over mijn Thailandavontuur.  Nu wilde het toeval dat ik gisteravond, bij de opening van de Boekenweek, zag dat er een schrijfwedstrijd is met als opdracht: 'Beschrijf een reiservaring die je altijd bijgebleven is...' En zo ging ik terug in de tijd en heb ik geprobeerd onder woorden te brengen wat mijn reis voor mij betekend heeft...


Het gebaande pad

Vijfentwintig winters jong was ik toen ik, na een verbroken relatie en een aantal sessies bij een therapeut, tot het inzicht kwam dat ik maar eens die gedroomde, verre reis moest gaan maken. Na jaren van burgerlijk kamperen in Europa, was ik nu toe aan iets anders. Iets tropisch. Iets van het gebaande pad.  Iets buiten mijn comfortzone en met als doel mezelf weer te vinden. Of zoiets.
Een georganiseerde reis viel om bovengenoemde redenen af en ik verkoos het reizen als vrouw alleen. Uiteraard bijgestaan door de bijbel onder de reizigers, de welbekende blauwe gids. En niet te vergeten een weblog om al mijn avonturen vast te leggen voor het nageslacht of, voor nu nog, de nieuwsgierige thuisblijvers.

En zo stapte ik een aantal maanden later op het vliegtuig naar volgens velen de ideale bestemming voor beginnende backpackers: Thailand.  Na aankomst struinde ik ogenschijnlijk zelfverzekerd met mijn splinternieuwe backpack op mijn rug over Khao San Road, op zoek naar een hostel. In het donker heeft vast niemand mijn wallen gezien als indirect gevolg van de zenuwen die maakten dat ik geen oog dicht gedaan had tijdens mijn lange vluchten. De volgende dag verkende ik met twee Nederlandse meiden Bangkok. Nog zo’n voordeel van alleen reizen: je maakt snel contact met andere reizigers. En als je met open ogen in een bekende oplichtertruc trapt, kun je er tenminste samen om lachen.

Na de volgende dag Bangkok toch echt alleen verkend te hebben, begon ik het zelfstandig reizen werkelijk leuk te vinden. Ik wandelde blootsvoets door de vele tempels, liet mezelf rondrijden in tuktuks en snoepte van heerlijke curry’s en andere lokale lekkernijen. Enige uren later hing ik, huilend van ellende, gehurkt boven een gat in de bodem van de nachttrein naar Chiang Mai omdat de eerder geroemde curry mijn lichaam op iedere mogelijk manier wilde verlaten. In de daaropvolgende drie dagen zag ik weinig meer dan de vier muren van mijn hotelkamer en vroeg ik me af waarom ik ook alweer op reis wilde.

Dat moet het moment geweest zijn waarop de beleving van mijn reis veranderde. Mijn vooraf nauwkeurig uitgestippelde route moest ik aanpassen; ik ervoer nu aan den lijve dat je niet alles kunt voorzien. In plaats van een trekking door de jungle koos ik nu voor een cursus Thais koken.
Een tweede voedselvergiftiging had ik dan tenminste aan mezelf te danken. Ik raakte eindelijk in gesprek met anderstalige reizigers, met lokale bevolking. Ik kreeg oog voor wat er om mee heen gebeurde, hoe wezenlijk het leven van de mensen hier verschilde van het mijne. Maar ook hoe we toch allemaal op elkaar lijken en behoefte hebben aan gezelschap, familie, ergens bijhoren. Het gemoedelijker tempo waarin ik mezelf nu gedwongen had te reizen, gaf rust en zo vervolgde ik mijn weg naar plekken die ik van tevoren niet eens overwogen had. Ik bracht afwisselend tijd alleen door en met mensen die ik leerde kennen onderweg. Hoewel ik bijzondere, inspirerende mensen ontmoette, kwam ik tijdens mijn reis tot de ontdekking dat ik langzaam ook van mijn eigen gezelschap kon genieten. De lange uren in de bus of op de boot gaven me alle tijd om na te denken over zaken die ik al langere tijd weggestopt had.

Eén van de meest confronterende momenten met mezelf was in Kanchanaburi, na een week samen te zijn geweest met twee reisgenoten. Na bijna 17 uur aaneengesloten reizen met boot, trein en bus bleek het onmogelijk ergens een hostel te vinden en eindigde ik ergens in een afgelegen bungalow aan de rivier. Het regende aan één stuk door, de restaurants leken alleen bevolkt door groepen Russen of Westerse grijsaards met jonge Thaise vrouwen aan hun zijde en op dat moment voelde ik me eenzamer dan ooit. Toch besloot ik de volgende dag de lokale bus naar het Hellfire Pass Museum te nemen.

De brandende hitte maakte mij de enige bezoeker op dat moment en volkomen alleen wandelde ik door een oase van groen, enkel bijgestaan door de verhalen op de audioguide. Bij een open plek in het bos had ik een adembenemend uitzicht op de omringende bergen waar zich ooit de Thais-Birmese spoorlijn een weg gebaand had door het landschap en zoveel levens geëist had. Een stukje onbekende historie die diepe indruk op me maakte. Tranen mengden zich met de druppels zweet die langs mijn wangen naar beneden druppelden en ik voelde me niet langer eenzaam, maar enorm rijk en bevoorrecht. Ik had, anders dan de mannen die hier geleden hadden, iedere dag weer de keus om te kiezen wat ik wilde. Wat was mijn maand van huis en haard, nota bene zelf verkozen, vergeleken bij hun gescheiden zijn van gezin en familie? Velen van hen betaalden de hoogste prijs en zagen of spraken hun geliefden nooit meer, terwijl ik wekelijks skypte met mijn ouders en mijn facebookstatus even vaak veranderde als mijn doorgezwete kleding.

Daar, in de Thaise jungle, leerde ik dan toch mezelf kennen. Ik mocht dan op olifanten gereden hebben, geslapen hebben op een vrachtferry die met storm de zee overstak, op dat witte strand uit een kokosnoot gedronken hebben en al die andere dingen die je doet als je backpackt, maar in mijn diepste kern bleef ik die Hollandse huismus. Dat inzicht en de acceptatie ervan maakten een einde aan mijn stille lijden die reis en ik genoot oprecht van de dingen die ik nog ondernam, maar vooral ook van het vooruitzicht om straks weer het veilige en bekende weer te omarmen. Met een backpack vol zelfvertrouwen en zelfinzicht zette ik weer voet aan eigen bodem en stapte naar volle tevredenheid weer op het gebaande pad...


Een deze dagen zal ik mijn verhaal insturen, maar niet voordat ik jullie de kans heb gegeven het te lezen en (graag!) te voorzien van tips en commentaar!


Reacties

Instagram